Een grijze zomerdag zonder schaduwen of vogelzang. Ik loop de beboste heuvel op. Tengelige wortels geven houvast op het slijkerige pad. Naast mij een kleine waterval, smal maar snel. Grote blokken graniet verraden een ruig verleden. Deze heuvel is slechts de voet van een lang verdwenen berg. Maar de heuvel is nog steeds hoog: het bos reikt tot in de hemel.Mijn hoofd wordt lichter en de geur van humus vult het met herinneringen.

Huelgoat, waar ken ik jou van? Ik ben hier nooit geweest maar herken elke bocht en weet welk uitzicht mij boven wacht.Hier ben ik niet bang, al is het landschap eenzaam en fluisteren de bomen. Ik schrik niet van de rauwe roep van de kraai en het zenuwachtig gescharrel van een onzichtbaar roofdier. De vreemde namen voor de plekken in dit bos vervullen me met eerbied.  Alles ken ik hier. Ik heb hier gespeeld en geslapen, liefgehad en vrienden begraven. Ik weet: hier begint mijn verhaal en vanaf hier past alles in elkaar.

Fred Geven

 

Huelgoat, automne